Windows Media Player

Verklarende woordenlijst

Als u naar een term in de verklarende woordenlijst wilt zoeken, klikt u op de letter van het alfabet waarmee de term die u zoekt, begint.

A B C D E F G H I J K L M
N O P Q R S T U V W X Y Z

A

afspeellijst

Een aangepaste lijst met koppelingen naar diverse mediabestanden op de computer, het netwerk of het Internet, inclusief radiostations en breedbandbroadcasts. U kunt van elke willekeurige combinatie van media-items een afspeellijst maken. De items in de lijst worden achter elkaar afgespeeld.

analoog

De gebruikelijke indeling waarin audio en video worden verzonden met een golf- of analoog signaal.

ankervenster

Een klein venster dat in de rechterbenedenhoek van het scherm wordt weergegeven als de compacte modus van Windows Media Player actief is.  Zie ook compacte modus.

B

bandbreedte

De capaciteit van een digitaal communicatiesysteem, zoals het Internet of een LAN (Local Area Network), voor gegevensoverdracht. De bandbreedte wordt meestal uitgedrukt in het aantal bits dat door een systeem in een seconde kan worden overgebracht: bits per seconde (bps). Een grote bandbreedte ofwel breedband heeft betrekking op een netwerk waarin snelle gegevensoverdracht mogelijk is.

bestanden met licentie

Windows Media-bestanden met een bijbehorende licentie die het kopiëren van dat bestand beperkt. Welke beperkingen in de licentie worden vermeld, wordt bepaald door de maker van de licentie. Aan elk bestand dat is gemaakt door het kopiëren van een cd-nummer met Windows Media Player, wordt een licentie toegewezen die het afspelen van dat bestand beperkt tot de computer waarop het bestand is gemaakt.

bestandsextensie

Een reeks tekens die aan een bestandsnaam wordt toegevoegd en die bedoeld is ter aanvulling of verduidelijking van de bestandsnaam of om een bestand als lid van een categorie aan te duiden. Een extensie kan door de gebruiker of door een programma worden toegewezen, bijvoorbeeld .avi of .txt. Wordt ook wel bestandsnaamextensie genoemd.

bestandsindeling

Zie bestandsextensie; media-indelingen.

bestandstype

Zie bestandsextensie.

bijschriften

Tekst die de audio of video beschrijft die u afspeelt.

bitsnelheid

De snelheid waarmee digitale audio- en video-inhoud stroomsgewijs wordt verzonden vanuit een bron, zoals een bestand, om goed te kunnen worden omgezet door een speler, of de snelheid waarmee binaire inhoud in het algemeen stroomsgewijs wordt verzonden in een netwerk. De bitsnelheid wordt gewoonlijk gemeten in kilobits per seconde (kBps), bijvoorbeeld 28,8 kBps. De bitsnelheid van een Windows Media-bestand of live gegevensstroom wordt bepaald tijdens het coderingsproces als de inhoud van de gegevensstroom wordt gemaakt. Bandbreedte is de totale bitsnelheidcapaciteit van een netwerk. Audio- en video-inhoud worden alleen goed omgezet tijdens de stroomsgewijze verzending via een netwerk als de bandbreedte van het netwerk groot genoeg is voor de bitsnelheden van alle verschillende inhouden die tegelijkertijd stroomsgewijs worden verzonden.

breedband

Een snel transmissiekanaal. De term wordt gewoonlijk gebruikt voor communicatielijnen of –services met T1-snelheden (1,544 Mbps) of kabelmodemsnelheden en hoger.

buffer

Een kleine hoeveelheid van het RAM-geheugen dat door Windows Media Player als een laadgebied voor gegevens wordt gebruikt voordat deze gegevens worden afgespeeld. Als u een bestand of een gegevensstroom afspeelt, wordt de buffer gevuld door Windows Media Player voordat de speler begint met afspelen, zodat u niets merkt van kleine problemen met het verkeer op het Internet of het lokale netwerk.

C

codec

Afkorting voor compressor/decompressor. Codecs zijn diverse typen computeralgoritmen die op audio-, video- en beeldbestanden worden toegepast om het formaat van die bestanden te comprimeren. Het voordeel hiervan is dat de bestanden niet zoveel schijfruimte in beslag nemen als deze worden opgeslagen, of niet zoveel bandbreedte in beslag nemen als ze stroomsgewijs worden verzonden. Als u een gecomprimeerd bestand wilt openen, moet u dezelfde codec gebruiken om het bestand te decomprimeren. Als de juiste codec voor het decomprimeren van een bestand niet op de computer beschikbaar is, wordt door Windows Media Player geprobeerd de codec voor u te downloaden.

coderen

Het comprimeren en opsplitsen van een bestand in informatiepakketten voor aflevering via een netwerk. Met Windows Media Player kunt u een bestand afspelen dat is gecodeerd als een Windows Media-bestand (het bestand dat wordt gemaakt als u een cd-nummer kopieert) of als een gegevensstroom (dat is wat de computer ontvangt als u via het Internet naar een live radiostation luistert).

coderen met sleutel

De omvorming van media-items tot pakketten met een sleutel. Als een media-item gecodeerd is, kan het niet worden afgespeeld zonder de sleutel.

compacte modus

Een gereduceerde operationele status van Windows Media Player (zowel qua grootte als functie) die meer ruimte op het scherm biedt voor andere toepassingen. U kunt deze modus van Windows Media Player aanpassen door een andere weergave toe te passen. Als u Windows Media Player in de compacte modus wilt weergeven, drukt u op CTRL+2.

compressie

Het coderen van gegevens om de bestandsgrootte te verkleinen of de bitsnelheid van een gegevensstroom te verlagen. Gecomprimeerde inhoud wordt gedecomprimeerd voordat deze wordt afgespeeld.

compressiekwaliteit

Bepaalt de kwaliteit van digitale audio als de gegevens naar een computer of naar een draagbaar apparaat worden gekopieerd, of de kwaliteit van de muziek als deze stroomsgewijs naar Windows Media Player wordt verzonden. Hoe hoger de gebruikte compressiekwaliteit, des te meer schijfruimte een gekopieerd bestand in beslag neemt.

CPU (Central Processing Unit)

De reken- en besturingseenheid van een computer. De CPU is het apparaat dat instructies interpreteert en uitvoert.

D

digitaal afspelen

Het met een digitale indeling afspelen van een media-item. Computers gebruiken een digitale indeling. Daarom moeten gegevens naar een digitale indeling worden geconverteerd en vervolgens worden gecodeerd voordat deze op een computer kunnen worden afgespeeld. Gegevens die digitaal zijn, zijn geconverteerd naar enen en nullen.

digitaal kopiëren

Een methode voor het met een digitale indeling kopiëren van media-items.

downloaden

Een methode voor het afleveren van inhoud via een netwerk, waarbij de inhoud naar een clientcomputer wordt gekopieerd en vervolgens lokaal wordt afgespeeld. Deze methode is anders dan stroomsgewijs verzenden omdat bij downloaden de bronmedia van de server naar de clientcomputer worden gekopieerd. Zie ook stroomsgewijs verzenden.

draagbaar apparaat

Een computer of opslagkaart die geen bureaucomputer is. Draagbare apparaten kunnen computers zijn, zoals palm-pc's en organizers, maar het kunnen ook opslagkaarten zijn, zoals CompactFlash-kaarten of microstations. Computers kunnen doorgaans via een COM-poort op een andere computer worden aangesloten. Opslagkaarten worden doorgaans als aanvullende opslagruimte in de computers gebruikt.

F

firewall

Een beveiligingssysteem dat bedoeld is om het netwerk van een organisatie te beveiligen tegen externe gevaren, zoals hackers, vanuit een ander netwerk, zoals het Internet.

foutcorrectie

Een methode voor de afhandeling en correctie van fouten in de verzending van gegevens die optreden tijdens stroomsgewijs verzenden.

frequentie

Het getal, zoals 88.5 of 101.7, dat wordt gebruikt om af te stemmen op een radiostation. 

G

genre

De categorie die het type muziek, zoals klassiek of jazz, het best beschrijft.

golflengte

De zendmethode die door het radiostation wordt gebruikt (middengolf, FM of Internet). Internet-radiostations zenden meestal een vooraf op band opgenomen lijst met liedjes en reclameboodschappen uit.

H

HTTP

Het Internet-protocol waarmee informatie via het World Wide Web wordt verschaft. HTTP is de afkorting van hypertext transfer protocol.

I

intelligente stroomsgewijze verzending

Een type stroomsgewijze verzending dat netwerkomstandigheden opspoort en de eigenschappen van een video- of audiogegevensstroom aanpast om de kwaliteit te optimaliseren. Zie ook stroomsgewijs verzenden.

M

mediagegevens

Informatie, zoals de albumhoes, label, naam van de artiest en duur, die vanaf het Internet over een cd wordt verzameld. Deze informatie is alleen toegankelijk als u met het Internet bent verbonden.

media-indelingen

De typen mediabestanden die kunnen worden afgespeeld met Windows Media Player. De volgende media-indelingen worden ondersteund: .aif, .aifc, .aiff, .asf, .asx, au, .avi, .cda, .ivf, .m1v, .m3u, .mid, .midi, mp2, .mp3, .mpa, .mpe, .mpeg, .mpg, .mpv2, .rmi, .snd, .wax, .wav, .wma, .wms, wmv, .wvx, .wmz. Zie ook Windows Media-indeling.

meerdere bitsnelheden

Een term waarmee gegevensstromen worden aangeduid die met verschillende snelheden kunnen worden afgeleverd. Standaard heeft een gegevensstroom slechts één snelheid of bitsnelheid. Sommige gegevensstromen zijn echter zo gemaakt dat deze naar een lagere bitsnelheid overschakelen in een poging om de gegevensstroom constant te houden als de aflevering van de gegevensstroom wordt belemmerd door netwerkverkeer. Als de gegevensstroom wordt vertraagd, merkt u dat aan onderbrekingen in de audio en/of video of stopt de gegevensstroom.

MIDI (Musical Instrument Digital Interface)

Een overeengekomen structuur voor de weergave van muzikale geluiden, bijvoorbeeld van een synthesizer, in een vorm die door een computer kan worden geïnterpreteerd.

MP3 (MPEG Audio Layer 3)

Een computerbestandsindeling waarmee audiobestanden tot een veel kleinere omvang worden gecomprimeerd dan voorheen vereist was voor opnamen van cd-kwaliteit. Voor een minuut muziek of enkele minuten gesproken woorden die in MP3 zijn gecodeerd, is niet meer dan één megabyte schijfruimte nodig, ongeveer eentiende van wat voor de oudere wav-indeling nodig was. MP3 heeft een snelle overdracht van muziek van cd-kwaliteit via het Internet mogelijk gemaakt.

MPEG (Moving Picture Experts Group)

Een set standaards voor audio- en videocompressie die is ontwikkeld door de Joint ISO/IEC Technical Committee on Information Technology. Er bestaan verschillende typen MPEG-standaards die zijn ontwikkeld voor verschillende situaties.

multicast

Een een-op-veel client/serververbinding waarbij meerdere clients dezelfde gegevensstroom van een server ontvangen. Een client ontvangt een multicast door te luisteren naar een bepaald IP-adres op een netwerk dat geschikt is voor multicast, net als het afstemmen van een televisie op een bepaald kanaal. Het tegenovergestelde is een unicast, een een-op-een verbinding waarbij elke client een afzonderlijke gegevensstroom van een server ontvangt.

N

nummers

De afzonderlijke liedjes van een cd.

P

persoonlijke licentie maken

De technologie voor de beveiliging van inhoud en voor het beheer van de toegangsrechten tot die inhoud. Wordt ook wel beheer van digitale rechten genoemd.

poort

Een getal dat de verzending van IP-pakketten mogelijk maakt naar een bepaald proces op een computer die op een netwerk is aangesloten. Poorten worden meestal aangeduid met een bepaalde service. Poort 80 op een Internet-computer geeft bijvoorbeeld een webserver aan.

protocol

Een set regels of standaards die computers in staat stelt om te communiceren. UDP, TCP en HTTP zijn Internet-protocollen die worden gebruikt voor de ontvangst van stroomsgewijze media.

proxyserver

Een onderdeel van een firewall waarmee het Internet-verkeer naar en van het netwerk wordt beheerd.

S

sneltoetsen

Een toets of een toetsencombinatie. Door erop te drukken kunt u snel een handeling in een toepassing uitvoeren waarvoor u anders verschillende handelingen zou moeten verrichten, zoals het selecteren van menuopties.

stijl

De muziekstijl, zoals rock of klassiek, die door een radiostation wordt uitgezonden.

stroomsgewijs verzenden

Een methode voor het afleveren van inhoud waarbij media-inhoud zich op een server bevindt en vervolgens wordt afgespeeld door de gegevens in een voortdurende stroom via een netwerk te verzenden. Dankzij stroomsgewijze verzending van gegevens kan Windows Media Player onmiddellijk beginnen met het omzetten van gegevens in plaats van te moeten wachten tot het gehele bestand is gedownload.

T

TCP (Transmission Control Protocol)

Het protocol binnen TCP/IP dat de opsplitsing van gegevensberichten in pakketten regelt die via IP worden verzonden, en het weer opbouwen en verifiëren van de volledige berichten op basis van pakketten die via IP zijn ontvangen.

toegangstoetsen

Een toets of een toetsencombinatie. Door erop te drukken kunt u snel een handeling in een toepassing uitvoeren waarvoor u anders verschillende handelingen zou moeten verrichten, zoals het selecteren van menuopties.

U

UDP (User Datagram Protocol)

Het verbindingsloze protocol binnen TCP/IP dat overeenkomt met de transportlaag in het ISO/OSI-model. UDP converteert gegevensberichten die door een toepassing zijn gegenereerd naar pakketten die via IP worden verzonden, maar verifieert niet of de berichten correct zijn afgeleverd.

V

verbindingssnelheid

De snelheid van de verbinding tussen de computer en het Internet of een netwerk.

visualisatie

Gekleurde puntjes en geometrische vormen die veranderen op de maat van de audio die op dat moment wordt afgespeeld.

visualisatieverzameling

Een groep visualisaties die gericht is op een bepaald thema.

volledige modus

De operationele status van Windows Media Player wanneer er een volledige werkbalkenset wordt weergegeven. Als u Windows Media Player in de volledige modus wilt weergeven, drukt u op CTRL+1.

W

weergave

Een bestand waarmee Windows Media Player aan uw wensen wordt aangepast. Als de compacte modus actief is, wordt het uiterlijk en de werking van Windows Media Player door de weergave bepaald.

Windows Media-bestand

Een bestand, doorgaans met de extensie .asf of .wma, dat audio-, video- of scriptgegevens bevat. Deze bestanden zijn in hoge mate geoptimaliseerd voor stroomsgewijs verzenden, maar bieden toch een dynamisch geluid als deze met Windows Media Player worden gedownload en afgespeeld.

Windows Media-indeling

De indeling die door Microsoft Windows Media Technologies wordt gebruikt (of door een product van derden waarin een Windows Media-technologie in licentie wordt gebruikt) om op tijdlijn gebaseerde inhoud te maken, op te slaan, te bewerken, te distribueren, stroomsgewijs te verzenden of af te spelen.

Z

zendercode

De codeletters of –cijfers die een radio- of televisiezender aanduiden en die door een regulerende instantie zijn toegewezen.


© 2000 Microsoft Corporation. Alle rechten voorbehouden.